Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Monique Samson en Ward Caethoven

De Witte

Monique Samson
& Ward Caethoven


Ik zou de Zelenaars niet de kost willen geven wiens voorouders ooit nog een café hadden. Als je met mensen aan de praat raakt over vroeger jaren schrik je er soms van hoeveel cafés onze gemeente wel rijk was. 514 in 1913 en eind 1976 nog 144 volgens Etienne Quintyn in het jaarboek 1975-1976 van onze Heem- en Oudheidkundige Kring*. Onze brouwers van weleer moeten meer dan gouden zaken gedaan hebben. Het is een nuchtere vaststelling dat onze volkscafés van toen de laatste decennia een voor een hun deuren hebben gesloten. Rentabiliteit heet dat met een chique woord. De cafébazen of cafébazinnen uit die tijd waren soms volksfiguren zonder weerga die verder leven in de mondelinge overlevering. Zo’n figuren vind je vandaag niet meer…
Alhoewel, de Witte is nog een begrip in Zele. Monique Samson zullen maar weinig Zelenaars kennen maar als je ‘t over de Witte hebt, vallen de euro’s dat het een lieve lust is. Ik peins dat de meeste Zelenaars haar kennen of toch weten waar café Palermo is. Bijna veertig jaar staat ze achter de tapkast samen met haar Caethoven, haar troetelnaampje voor Wardje, haar halve trouwboek. Ik herinner me nog de eerste keer toen ik bij haar binnenstapte. Ik was nog niet goed binnen of met haar schelle stem vroeg ze me: “En manneke, wa godde gij drinken?”  Als een echte mater cafealis (als dat woord bestaat tenminste, anders heb ik het hier en nu uitgevonden) zwaait ze de scepter in haar Zeelse Palermo. Op een dinsdagavond ging ik er een pintje drinken en haar vragen of ze een interview zag zitten. Ze was meer dan verrast. Ik wist niet dat je ook drama’s schreef, was het antwoord van Wardje. Dat beloofde alvast.

 

Op een dinsdagnamiddag hadden we afgesproken maar een koffietafel wierp roet in ’t eten en dus was het een dag later. Achteraan in de feestzaal haal ik mijn laptop boven en Monique en even later Wardje
komen recht tegenover mij zitten. Ik had hen gevraagd of ze wat foto’s hadden uit de tijd van toen. Blijkt dat ze een mooie foto gevonden hadden die nu plots verschwunden blijkt te zijn. Zenuwachtig zoeken ze in het oude sigarenkistje. Een heel interview lang vormt de zoektocht naar de bewuste foto de rode draad. Pas even voor ik mijn schup afkuis, zal de bewuste foto boven water komen.

Het verhaal van Monique begint op 25 januari 1944. Haar vader werkte op travvou en ze woonden op Kamershoek. Een klein huisje op de hoek van Meerskant en Kamershoek dat jaren terug afgebroken werd om plaats te maken voor een kleine showroom voor een autohandelaar. Monique heeft nog een zus, Marie-Louise, die twee jaar ouder is. Over haar jeugd weet ze weinig te vertellen. We hadden het thuis niet erg breed, zegt ze, ik heb nog op klompen gelopen. We hadden er twee paar: één voor de weekdagen en een paar rode met muiltjes voor ’s zondags. Ze herinnert zich nog maar al te goed dat ze iedere dag van op Kamershoek samen met haar zus te voet naar school trok. Drie kwartier stappen was dat, door weer en wind. Op haar elfde verhuisden ze naar de Gentse steenweg in de kleine huisjes van Landsheeres, dat scheelde al heel wat in kilometers. Op haar veertiende bleef ze thuis van school en kon ze aan de slag bij Van Hassels. Samen met haar goede vriendin Lilliane De Geest moesten ze er broeken stikken. Na een jaar hielden ze dat daar voor bekeken en zochten ander werk. Dat vonden ze  in de hemdenfabriek van Romanie D’Hollander in de Nieuwe Kouterdreef. Juist één dag hielden ze het daar uit en dan trokken Monique en Lilliane naar den Alba om er hemden te strijken. Da was ’t manneke, vertelt ze zoveel jaar later. Als er weinig werk was en we ons een beetje affeseerden mochten we na de noen al naar huis en werden we toch betaald voor een hele dag werken.
Als je Wardje hoort praten, weet je onmiddellijk dat hij geen Zeelse roots heeft. Zijn eerste jaren speelden zich af op den Bosuil in Deurne. Zijn vader werkte er in een bedrijf dat beenderen verwerkte tot veevoeder.

 

Begin jaren vijftig begon Michel Van Laere met zijn beendermeelfabriek ‘Farinos’ in Zele en wist hij het gezin Caethoven naar Zele te lokken om voor hem te werken. Zo kwam Wardje in de Zeelse industriestraat terecht en snap je waarom hij nog altijd zijn moedertaal, het Aaaantwaaaarps spreekt. Toen hij veertien was kon hij net als zijn vader in ’t benenkot terecht. Toen het bedrijf afbrandde in 1959 bleef hij bij Van Laere aan de slag in ’t voddenfabriek Transmar. Wardje heeft in heel zijn leven slechts één baas gekend. 46 Jaar, tot aan zijn pensioen heeft hij bij Michel Van Laere gewerkt.
De mannen die in ’t benenkot werkten, hielden er ook een lucratief handeltje op na: maden. Beestjes die vissers nodig hebben om niet bot te vangen. Bij de grootouders van Monique woonden nog drie jonkmannen die fervente vissers waren. Geregeld leverde Wardje er zijn marchandise en zo leerde hij er Monique kennen. Het was liefde op het eerste gezicht. Even ontstaat er een kleine discussie tussen Monique en haar Caethoven hoe lang ze verkeerd hebben. Blijkt dat het begonnen is nadat Ward afgezwaaid was van ’t leger in 1959 en in 1961 stapten ze in ’t huwelijksbootje. Ze trouwden in de Sint-Ludgeruskerk. En we hadden geluk, lacht Monique, want we konden over de rode loper. Normaal zouden we dat niet kunnen betaald hebben maar het was een mis waarin vier huwelijken tegelijkertijd werden ingezegend. Twee koppels voor het hoofdaltaar en de andere twee aan de zijaltaren. We zijn ingetrouwd bij mijn moeder want we hadden echt niets om alleen te gaan wonen. Mijn ouders zijn trouwens altijd bij ons blijven inwonen, voegt ze er aan toe. In 1970 is haar moeder gestorven en haar vader Leo Samson in 1997.

Eind jaren zestig had de broer van Ward een café overgenomen op ’t Zand in Lokeren. Om hen enigszins te helpen hielden Ward en Monique de café open op zondagmorgen. En dat beviel me zo goed, vertelt Monique, dat ik dacht: da zou’k ook willen doen. In 1972 zette ze dan de stap. In de Kloosterstraat stond café Moderne (nu ’t Verdriet) leeg. Jeaneke Collewaert had er jaren café gehad en na een babbel met Frans Bontinck was de zaak onmiddellijk in kannen en kruiken: Wardje en Monique werden de nieuwe cafébazen van café Moderne.

Monique Samson

 

’t Klusterke in die jaren telde heel wat cafés: ’t Gildenhuis, Den Hert, De Lantaarn, Moderne, Bij de Witte, ’t Mosselhuis, De Blauwe Zaal, Op ’t Hoekske… Dorstigen laven was er blijkbaar een werk van barmhartigheid. Ondanks het grote aanbod had Monique een erg trouw cliënteel. Vooral mannen van travvou en doppers.

Als ik luister naar het verhaal van Monique is café houden alles behalve schapenwachten. In de beginjaren deed ze ’s morgens om zes uur open. Mannen van travvou die voor hun dagtaak even kwamen bijtanken en als ze uitregenden stonden ze voor zes uur al op de deur te kloppen. Meestal bleven ze dan hangen tot na de noen en met de mannen van den dop erbij was het vaak meer dan druk. Het dagelijks verplicht stempelen* is vanaf 1975 stelselmatig afgebouwd en dat voelde Monique wel aan haar inkomsten.

Aan ’t Klusterke houdt Monique heel mooie herinneringen over. Café Moderne had een kickerclub, een pronostiekclub en er was ook F.C. Moderne. Na de match was het regelmatig bal populair in haar café. De mannen trokken ongevraagd naar boven en plunderden haar kleerkast om dan beneden in ’t café modeshow te geven. Dat was nog nen tijd, lacht Monique, ik liet die mannen maar doen, da was gewoon plezant. Een sluitingsdag was en is een woord dat niet in het woordenboek van Monique staat. Alle dagen van de week waren haar klanten welkom. Iedere avond na ’t werk nam Ward het roer over zodat Monique boodschappen kon doen en het eten klaarmaken.
Twintig jaar hebben ze in de Kloosterstraat gewoond. In 1992 was het even spannend. De eigenaar van het café, Ernest Vermeir, stierf en zijn eigendom werd verkocht, ook café Moderne. Zes miljoen vonden Monique en Wardje een beetje van het goede te veel. Da’s heel simpel, zei ze tegen Frans Bontinck, dan stop ik met mijn café en ga ik in mijn huis wonen. Daar was Bontinck het niet mee eens. Hij stelde haar voor te verhuizen naar café Palermo, recht tegenover de Koevliet. Dat café, dat vroeger Duivenmarkt heette, stond toen leeg. Na veel vieren en vijven besloten Ward en Monique hun heil toch maar op de Kouter te gaan zoeken. En, voegt Monique er aan toe, al mijn klanten zijn meegekomen. Dat was heel plezant.

 

Cafe Moderne in de Kloosterstraat

Monique met enkele klanten in cafe Moderne   Monique Samson alias De Witte   De Palermovoor de verbouwing   Monique en Ward

Na tien jaar, in 2002, wilden ze de zaak serieus renoveren. Kathleen die het diploma kok op zak had,  wilde daar ook iets mee doen en dus werd er besloten om het café te vernieuwen en er een zaal bij te bouwen. Monique had graag het huis gekocht maar daar wou Bontinck niet van weten. Na overleg vonden ze toch een akkoord dat duidelijk op papier stond. Er was maar één probleem: de Palermo zou drie maanden moeten sluiten. En haar klanten zo lang droogleggen, dat zag Monique echt niet zitten. Eind 2001 kwam het café van Lilliane aan het Scelaplein vrij en dat leek de beste locatie om tijdens de verbouwing verder te tappen. Er was maar één probleem, ze was op dat moment reeds verhuurd. Monique trok haar stoute schoenen aan en trok bij Bontinck. Ik zal op die drie maanden meer bier verzetten dan die nieuwe op een heel jaar, zei ze tegen hem.

 

Ze won het pleit en op 1 januari 2002 sloot ze op de Kouter en op tweede nieuwjaarsdag opende ze aan het Scelaplein.In die drie maanden werd er echt getoverd en met Pasen opende de vernieuwde Palermo haar deuren.
Het was onmiddellijk een schot in de roos. Naast een grote café hadden ze nu ook een zaal waar je iedere werkdag een dagschotel kan krijgen en waar je ’s zondags aan een democratische prijs lekker kan eten en daarnaast werd de zaal gebruikt voor koffietafels, familiefeestjes, vergaderingen… Ook werd er gestart met een traiteurdienst. Dat cafeetje van weleer was intussen een heus familiebedrijf geworden want ook Kathleen, Carin en Patrik werken mee in de zaak. Enkel de oudste zoon, Eric, is er niet actief.

Monique Samson en Ward Caethoven bij hun gouden jubileum   Het is duidelijk dat de Palermo een successtory geworden is. In al die jaren was er maar één dieptepunt. Op Kerstdag 2007 werd er ingebroken. De traiteurdienst had voor de feestdagen op volle toeren gedraaid, het café zat stampvol en langs de achterzijde waren dieven erin gelukt om boven binnen te breken en al de inkomsten van de laatste dagen en het goudwerk te stelen. Monique is daar acht dagen niet goed van geweest. Nu is de achtergevel beveiligd en zijn er overal rolluiken geplaatst.
Op 27 mei waren Ward en Monique vijftig jaar getrouwd en dat werd natuurlijk gevierd. Ze nodigden al hun klanten uit op een hapje en een drankje en om half zes ’s morgens vonden de laatsten de weg terug naar huis.
  Vijftig jaar

Monique telt 67 lentes, Ward 72. Een leeftijd waarop de meeste mensen al jaren met pensioen zijn. Zij niet. Voor Monique is het café haar lang leven. Ik vind dat leutig, ik doe dat echt wreed graag, bekent ze. Kunnen lachen, wat onnozel doen, d’r af en toe ne klop op geven, kunnen babbelen met de mensen… Ze zou blijkbaar niet zonder kunnen. Ik heb dat van Tille Machaar, mijn mitje, de zuster van mijn moeder, gaat Monique verder. Die heeft 45 jaar café gehouden. Dat haar Caethoven haar visie niet deelt, zoveel is duidelijk, zijn gezicht spreekt boekdelen. Het begint af en toe mijn kas uit te hangen, zegt hij eerlijk, ik kan niet zo goed meer stappen, bekent hij, en af en toe begint het serieus te wegen. Ik begrijp hem. Gelukkig heeft hij de koers. Twee Caethovens (Steven, een neef en Kenneth, zijn kleinzoon) rijden mee en in de mate van het mogelijke probeert Wardje samen met zijn goede maat Stafke Verhaegen alle wedstrijden te volgen. Enkele jaren terug hebben Ward en Monique een appartement gekocht op de Kouter. In die vier jaar hebben ze er al twee keer geslapen. De Palermo is en blijft hun thuis.

Het was vroeger gebruikelijk om te ‘poeffen’. Mannen met grote dorst en een lege portemonnee. Ja, lacht Monique, van ’t kerkhof hebben we nog veel te goed. Gelukkig gebeurt dat nu niet meer. ons Carin is daar heel cru in: Geen geld, geen dorst, is haar leuze, zegt Monique. Ik had ooit nog een serieus bedrag op iemand te goed en toen ik hem vroeg wanneer hij ging betalen, antwoordde hij dat hij dat in drie keer ging doen: nu niet, nooit niet en va ze leven niet. Nee, zegt Monique, met poeffers verlies je enkel klanten. Als je café houdt, leerde ook de mensen kennen, zegt Monique. Dat ons Heer van elk zijn getal heeft, is een waarheid als een koe maar, zegt onze bazin van de Palermo, soms schrik je toch van sommige mensen. Voorbeelden geeft ze niet, ook een cafébazin heeft een beroepsgeheim.
In de bijna veertig jaar dat Monique achter den toog staat is er veel veranderd. Mensen zijn anders geworden, zegt ze, we leven nu eenmaal in een andere tijd. Die beroepsdronkaards van toen zijn er niet meer en ook een pintje drinken na ’t werk is sterk verminderd. Monique vindt dat ze een goed publiek heeft. Veel veertigplussers want op al dat jong geweld heeft ze het zo niet begrepen.

 

Cafe Palermo

En de toekomst? Stoppen met haar Palermo, da ’s ’t laatste waar ze aan denkt. Iedere morgen staat Monique op rond de klok van negen, om elf uur gaat ze de baan op om de dagschotels weg te brengen en na haar middagmaal staat ze in ’t café. Steevast sluit zij iedere avond de deur. Zeven op zeven. In het Zeelse Palermo.

Bedankt Ward & Monique, voor den babbel!

Mark
30.07.2011

 

*1. Cafés in Zele
In jaarboek 1975-1976 van onze Heem- en Oudheidkundige Kring vonden we een interessant artikel ‘Van herbergen, bier en uithangborden’ van de  hand van Etienne Quintyn. Daarin lezen we dat Zele in 1913 zo maar eventjes 514 herbergen telde. Dat was ongeveer een herberg per zes huizen of te één herberg per 28 inwoners. Volgens een studie in opdracht van het N.C.M.V. in 1964 waren er toen nog 247 cafés. Eind 1976 maakte Etienne Quintyn een inventaris op van de toenmalige cafés in Zele. Het waren er 144. Hieronder vind je zijn lijst.

Heikant: Landhuis – Krugershof – Café Bavik – één zonder naam – ’t Peeboske – Molenhoek – Olympia
Kamershoek: Café Volle maan
Gentse Steenweg: Café Bareel – Café Oude Bareel – Nieuwe Barreel – ’t Zelehof – Café Autopark – Torenhof – Café Metro – Café In de Stop – Café Derby – Manège
Kouterstraat: Bij den Bakker – één zonder naam (benaming ‘Garage’ is verdwenen) – Café Vox – De Kouterkroon – Duivenmarkt – Bushalte – Volkshuis – In de Vrede
Vlasbloemstraat: De Oude Linde
Van Hesedreef: Rode Molen – Duivenlokaal Eerlijk duurt het langst (voorheen genoemd ‘De Melkerij’)
Zuidlaan: Bij den Bokser
Langestraat: Café De Zwijger
Drieputtenstraat: De Jachthoorn
Koevliet: Parochiehuis De Zeven
Plezantstraat: Café ’t Akkerke
Burgemeester Van Ackerwijk C-straat: De Stad Gent
Elststraat: Café Transport – De Grote Pot – Eendracht – een café zonder naam – Klubhuis van Kon. FC Eendracht Zele – Voetbal
Driesstraat: ’t Zonneken (benaming niet meer vermeld) – Welkom – Op ’t Hoeksken – In het Sportlokaal – Café Heikant – De Linde – In café Lokeren (noemde voorheen ‘Onder de Lindeboom’)
Wezepoelstraat: Nellevrienden – Op ’t Hoeksken
Bosstraat: Café ’t Handelshuis – Zaal Kon. Harmonie
Gaverstraat: een café zonder naam
Oudeburgstraat: 8 urenhuis – May Flower
Cesar Meeusstraat: Biekorf
Stokstraat: Den Tuymeleir
Hoekstraat: In de nieuwe Kaei – Afspanning In ’t Torenken
Lokerenbaan: Café Den Hert – Café Garage St. Christoffel – ’t Huis ten Halven – Disco Flip Flap – Op den Hoek – Carlton – één café zonder naam – Rozenhof – Café Slachthuis – Het Handelshuis – Café Royal – Café Welkom – Pallieter – ’t Kroegske
Zevensterrestraat
: De Volle Pot
De Deckerstraat: ’t Postje

 

Koningin Astridplein: Café de la Gare – Café De Veehandel
Avermaat: De kleine beurs – Het Keizershof – één café zonder naam
Scheldestraat: Den Appel
Veldeken: De Nachtegaal – Café ’t Zonhoekje (noemde voorheen ‘Het Gulden Hoofd’)
Veldekensstraat: De Toverstok – Café Bij de Zwarten – Café in ’t Zicht van Zele
Roskotstraat: Café Onder Ons – Café Welkom – Sportleven
Dijkstraat: ’t Schipke
Huivelde: Halfweg – Café De Welkom – één café zonder naam
Hansevelde: Café De Oude Ster – Café Bij Inge – De Vlasbloem – Café Sportwereld
Rinkhout: Café Bij Anita en Roger – De Bonte Os
Stapstraat: Hawai
Dendermondebaan: St.-Sebastiaan (ook ‘Ons Huis’) – Spiegelpaleis – In de Stenen Molen – Inde Lusthof – De Ronde Café
Zandberg: Chinees Restaurant ‘Nieuwe China’ – Café Molenberg – één zonder naam (ook ‘Café Basket’ genoemd)
Dr. Victor van Cauterenstraat: Op ’t Hoekse – Café In De Nieuwe Handboog – In het Hoog Huis – Café Siske Koekoek – één zonder naam (noemde in de volksmond ‘ ’t Papieren Storsken’ en oorspronkelijk ‘Het Hof van Bourgondië)
Kloostersraat: Anadolu Caffe Enternosyanal (noemde vroeger ‘De Beurs’) – Gildenhuis – Het Hert De Lantaarn (voorheen ‘De Vlasbloem’ genoemd) – Café Moderne – Bij de Witte – Kibris Türk Kahvesi (voorheen Het Liberaal Huis)
Durmen: Café In de Handbal – twee cafés zonder naam, Willem Tell (niet meer vermeld op het venster) – Café Century – Café De Roos – Café Onder den Toren – Café Edelweis – Bij Den Engelsman – Café Anita – De Morgenster – Café In Durmen – Café Lokeren
Durmenbaan: ’t Pijphuis
Centrum: De Nieuwe Post
Heilig Hartplein: De Fontein
Markt: De Kroon – Gasthof Het Anker – Café Saf – De Nieuwe Beurs – De Oude Kroon – Jeugdcentrum Juvenes

35 Jaar later heb ik de kroegentocht die Etienne Quintyn gedaan had, nog eens overgedaan. Ik heb alle zaken vermeld waar je iets drinken kan. Eind juli telde ik er 55 waarvan er 6 leeg stonden, dus 49 of iets meer dan een derde van de telling die Etienne Quintyn 35 jaar geleden deed.

Avil Geerincklaan: Calypso – Mutlu’s praatcafé
De Deckerstraat: Zeels Park
Dendermondebaan: ’t Spiegelpaleis – De Ronde Café
Dijkstraat: Den Anker – ’t Schipke
Cesar Meeusstraat: ’t Schaliënhuys
Dokter Armand Rubbensstraat: ES ES - Picasso
Driesstraat: Op ’t Hoekske
Durmen: De Roos – Milvanni (leeg)
Elsstraat: Stadion – Valentino
Bosstraat: The Stones – Den Bluetooth
Gentse steenweg: De oude Bareel – The New Garden
Heikant: ’t Boerengelag
Heilig Hartplein: De Fontein
Huivelde: Halfweg – Sportlokaal
Kil: De Hoeve (leeg)
Koevliet
: De Zeven

 

Kloosterstraat: Gildenhuis – JC Juvenes – Evergreen – ’t Verdriet – De Lantaarn
Koningin Astridplein
: Den TGV
Kouterstraat: Trapkes op – Palermo – Volkshuis
Lange Akker: Topspin – VHVD
Markt: Casjpoo – Vivaldi – De Oude Kroon – Brasserie Boréal – Shamrock – Het Anker (leeg) – De Cruëne (leeg)
Molenstraat: Molenhoek
Lokerenbaan: Domino – Carlton – Pallieter (leeg) – 2nd Life (leeg)
Van Hesedreef: ’t Suc6
Veldeken: ’t Zonhoekje
Veldekensstraat: Turkse Vereniging
Zwaanstraat: De Ontmoeting
Zandberg: Windsor – Par-lare
Dokter Victor Van Cauterenstraat: Topaz

*2. Geschiedenis van het stempelen
1936: Elke werkloze moet dagelijks een stempel halen, als hij een uitkering wil.
1975: Tijdelijk werklozen en bruggepensioneerden moeten niet meer gaan stempelen. Het is de eerste versoepeling van de stempelplicht.
1980: Werklozen die studeren of werklozen met familiale of sociale problemen worden tijdelijk vrijgesteld.
1991: Eerst wordt de dagelijkse controle voor nieuwe werklozen afgeschaft, later dat jaar moet niemand nog elke dag gaan. Twee keer per maand wordt de regel.
Eind 2005: Afschaffing stempelcontrole voor alle werklozen. De werklozen hoeven niet meer naar het stempellokaal te gaan, ze moeten alleen nog maandelijks de niet-vergoedbare periodes melden
.

afdrukken

De Witte - Monique Samson & Ward Caethoven

 

Thuiskomen

 

© Mark De Block

Krijg je graag een e-mail als de volgende 'Mensen van bij ons' verschijnt?
Ga naar 'Contact', vul je naam en e-mailadres in en gewoon klikken op 'Verzenden'.

Reacties en suggesties zijn altijd welkom